1. Slaap voldoende

Wanneer je studeert en examens maakt, lever je een topprestatie. Je vergt veel van je geheugen en je verstand.  Als je niet genoeg hebt geslapen, ga je ook gemakkelijker dingen vergeten. Je brein werkt dan niet op zijn topvermogen. Zorg dus dat je voldoende uitgerust op het examen verschijnt.

2. Ontbijt

Het ontbijt is de belangrijkste maaltijd van de dag. Ook tijdens de examens! Zorg dat je hersenen voldoende brandstof hebben om goed na te denken.

3. Op tijd op school

Wees op tijd op school, zodat je nog kan acclimatiseren. Er is niets zo vervelend als op het laatste moment aan te komen, je spullen nog moeten pakken, het lokaal te moeten zoeken, enz…

Als je op tijd bent, kan je eventueel nog iets navragen of kan je gewoon even ontspannen met je vrienden en/of vriendinnen. Je zal veel meer zen aan je examens kunnen beginnen dan wanneer je pas op het laatste moment op school aankomt.

4. Vul je naam in

Je zal misschien denken: ‘wat is dat nu voor een flauwe tip, dat is toch logisch!’ Wel, ik kan je verzekeren dat alle leerkrachten het al een keer hebben voor gehad dat ze een examen zonder naam hebben binnen gekregen! Het is heel vervelend als de leerkracht gaat moeten zoeken van wie het examen is. En je leerkracht kan je op dat moment beter te vriend houden! 😉

Maak er dus een gewoonte om onmiddellijk je naam in te vullen als je je examen krijgt.

5. Lees eerst alle vragen

Dit is heel erg belangrijk! Lees eerst alle vragen. Zo kan je je examen veel beter inschatten en je tijd verdelen over de vragen. Je kan eventueel wel een kernwoord opschrijven als je het antwoord onmiddellijk weet. Later kan je het dan verder uitwerken.

6. Begin met de gemakkelijke vragen

Begin met de vragen waar je de oplossing van weet. Dit hoeft zeker niet in chronologische volgorde! Je mag zelf kiezen in welke volgorde je de vragen oplost.

7. Los de andere vragen op

Na de gemakkelijke vragen ga je over op de vragen waar je het antwoord niet onmiddellijk op weet. Lees eerst nog eens alle vragen die over zijn en kies dan de vraag uit die je als eerste oplost.

Blijf niet eindeloos lang op een vraag nadenken. Als je het echt niet weet, ga je over naar de volgende vraag. Op het einde kan je terug gaan naar de vra(a)g(en) die je hebt opgelaten.

8. Beknopt maar volledig

Probeer de vragen zo volledig mogelijk op te lossen, maar hoed je voor te veel informatie. Leerkrachten vinden het niet fijn om hele hoofdstukken als antwoord te krijgen (tenzij dat dit expliciet de vraag zou zijn), want dan weten ze nog niet of jij de essentie begrijpt.

Beknopt betekent dus dat je niet te ver uitweidt over het onderwerp.

9. Kijk alles na!

Of je de vragen nu in willekeurige volgorde of in chronologische volgorde hebt kunnen oplossen, kijk alles na.

• Staat je naam op alle papieren?
• Heb je alle vragen opgelost?
• Heb je de vragen volledig opgelost? Geen deelvraag vergeten?
• Ben je het nog steeds eens met het antwoord dat je hebt geschreven?

10. Wat bij twijfel?

Soms kan je bij het nakijken opeens beginnen twijfelen over een antwoord. Als je het heel zeker weet dat je nieuwe antwoord het juiste is, los de vraag dan opnieuw op.

Ben je echt aan het twijfelen? Blijf dan bij je eerst antwoord. Het is niet wetenschappelijk bewezen, maar in de volksmond zegt men: ‘je eerste antwoord is meestal juist!’  Dit geldt ook zo bij de examens.

Als je deze 10 tips hebt gevolgd, zou het je moeten lukken om een prachtexamen te maken. Op voorwaarde dat je voldoende gestudeerd hebt natuurlijk! 😉

Lever dan maar met een gerust hart je examen in.

Veel succes!